Het technisch comité, het Proefcentrum Fruitteelt vzw, de Nationale Proeftuin voor Witloof en de Vlaamse overheid – Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling organiseerden op 5 september de 8e studiedag druiventeelt.
Bijzonder grote opkomstEr was een massale opkomst, meer dan 150 personen, voor een mooie presentatie. Kris Van den Wyngaert, de coördinator voor de cel wijnbouw, heeft er een uiteenzetting over de vorstproblematiek gegeven. Zeker interessant en met voldoende mogelijkheden voor verder onderzoek.
Tim Beliën heeft de uiteenzetting over de toestand van de Japanse kersenfruitvlieg gegeven. Ook hierbij waren nieuwe ontwikkelingen en inzichten te melden die voor elke wijnbouwer van belang zijn.. Door de erkende controle-organisatie SGS werd een uiteenzetting gegeven over de IPM problematiek en de mogelijkheid voor certificering middela autocontrole.
Promotieverhaal voor PiWi'sEn wat stond er op de agenda? Welke druiven-variëteit kiezen in functie van IPM, klimaat, bodem, wijntype,…? En wie kwam een uiteenzetting hierover geven. Dr. Volker Jörger van het WBI Freiburg, de grootste ontwikkelaar van hybriden. Het is al de tweede studiedag waarop een groot promotor van hybriden komt spreken om de wijnbouwers tot het aanplanten van hybriden te overtuigen. Waarom laat men voortdurend voorstanders van hybriden aan het woord maar nooit een tegenstander?
De economische realiteit is dat je er wel een 'aanvaardbare kwaliteit' van kunt maken, maar niet een kwaliteit die wij nodig hebben om aan rendabele wijnbouw te kunnen doen. Een dergelijke wijn is immers zoals Hubrecht Duijker zegt “per definitie te duur”. In Duitsland brengen hybride-wijnen maar heel weinig op. Waarom laat men geen mensen die verstand van wijn proeven en beoordelen aan het woord om hun visie te geven? Mensen die 'Master of wine' zijn bijvoorbeeld. De grootste kweker van plantgoed geeft als belangrijkste argument 'maar ze zijn belangrijk voor de export'. Bovendien zijn de hybriden veel minder resistent dan veelal wordt beweert. De belangrijkste ziekte waartegen ze 'bestand' zouden moeten zijn is valse meeldauw, maar voor ongeveer de helft van de stammen zijn de hybriden even gevoelig als klassieke kwaliteitsdruiven. Het resultaat is dat ze op dezelfde manier gespoten worden als de Vitis vinifera. Wat is dan het voordeel van een slechtere, minderwaardige wijn met quasi dezelfde bespuitingen? Terug de vraag: waarom dan zo een eenzijdige voorlichting?
Ik krijg geen 'spreekbuis' zoals voorstanders van hybriden dat wel geboden krijgen en publiceer mijn visie dan maar op het web.Rendabiliteit in vraag stellen is een groot gevaarProf. Dr. Ghislain Houben, die voor FOD economie de economische aspecten van de Belgische wijnbouw 'in kaart brengt', verkondigt immers "Wijnbouw in België voor de wijn is waanzin". Door zich op een dergelijke negatieve manier over de rendabiliteit van Belgische wijnbouw uit te laten schrikt hij potentiële nieuwe collega's af. Of is dat misschien zijn bedoeling? Maar het negatieve effect is nog veel groter.
Niet iedereen gaat echter mee in die hoeraberichten uit de Belgische wijnsector. 'Mijn stelling is duidelijk', zegt Ghislain Houben, professor economie aan de Universiteit Hasselt en al 16 jaar wijnbouwer op zijn domein Hoenshof in Borgloon. 'In de huidige omstandigheden is wijnbouw in België niet economisch rendabel. Sterker nog, in feite is het waanzin om hier wijn te verbouwen.'
Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, waarin het volgende bepaald is:
Artikel 19, lid 2: "In hun indeling geven de lidstaten de wijnstokrassen aan die voor de bereiding van elke van de op hun grondgebied geproduceerde v.q.p.r.d. geschikt zijn. Deze rassen moeten tot de soort Vitis vinifera behoren." 3. Alleen wijnstokrassen die in de indeling zijn opgenomen mogen in de Gemeenschap worden aangeplant, heraangeplant of geënt met het oog op de wijnbereiding. Deze beperking is niet van toepassing op wijnstokken die voor onderzoek en wetenschappelijke proeven worden gebruikt. 4. Oppervlakten die zijn beplant met voor wijnbereiding bestemde wijnstokrassen welke niet in de indeling zijn opgenomen, moeten worden gerooid, tenzij de productie uitsluitend voor consumptie door het gezin van de wijnbouwer is bestemd. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om toe te zien op de naleving van deze uitzondering. 5. Wanneer rassen uit de indeling worden geschrapt, moeten de wijnstokken van de betrokken rassen binnen vijftien jaar na die schrapping worden gerooid. Bijlage VI. B. 1: "Elke lidstaat stelt een lijst op van de in artikel 19 bedoelde druivenrassen die geschikt zijn voor de bereiding van de onderscheiden, op zijn grondgebied voortgebrachte v.q.p.r.d.. Deze rassen mogen uitsluitend van de soort Vitis vinifera zijn." |
Een artikel over dit onderwerp op de site van Frank Van der Auwera. Opvallend is het dat er vooral door wijnkenners heel positief op wordt gereageerd.
Onlangs werd ik gevraagd om een uiteenzetting te geven over mijn visie op hybriden. Hier treft u enkele slides aan. Tijdens de lezing geef ik ook de uitleg over hoe het mogelijk is dat, hoewel strijdig met de EU-regels, er toch hybriden in Belgische wijnen met een Beschermde Oorsprong Benaming (BOB = AOC) zijn toegelaten.
![]()
Frank Smulders is Master of Wine. Het hoogste niveau dat een wijnkenner kan hebben.
Voorraad niet waarderenJoyce van Rennes, Wijnkasteel Genoels-Elderen: 'We hebben geen schulden bij de banken en we beschikken over een enorme voorraad wijn die niet in de boeken staat gewaardeerd. De voorbije jaren zijn er ook heel veel wijnstokken bijgeplant. Dat vergt grote investeringen die pas over enkele jaren ten volle zullen renderen.'
Met 100.000 flessen per jaar, aan een prijs van rond € 15,- p/fl, en een voorraad van pakweg 3 jaar, is dit goed voor € 4.500.000,-. Opgebouwd over 25 jaar is dit € 180.000,- per jaar. |