De deputatie van de provincie Limburg investeert € 500.000 in wijnbouw (16/09/2013), maar is dat wel zo? 

In Hasselt heeft de Deputatie beslist een budget van € 500.000 uit te trekken voor onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de Limburgse wijnbouw (Kenniscentrum voor de Wijnbouw). Het is 1% van het totaal aan SALK-gelden die werden toegewezen.

1% klinkt misschien weinig, maar met € 500.000 kan er heel veel gerealiseerd worden. Dankzij de bestaande infrastructuur van PC Fruit (proefcentrum voor de fruitteelt) en de specialisten die er werken kan het Limburgs Kenniscentrum voor de Wijnbouw nu op korte termijn gerealiseerd worden.

Maar inzetten op wijnbouw is geen 'electorale stunt' maar een gedurfde strategische lange termijn keuze. De Deputatie heeft hiermee blijk gegeven van toekomstvisie en gekozen voor een project dat van grote betekenis voor Limburg kan worden.  Onder meer de ontwikkeling van het toerisme is een van de belangrijke speerpunten. De realisatie van het Kenniscentrum past dan ook volledig binnen basisprincipes van het SALK.

Een nieuw hoofdstuk van onze wijnbouw kan worden aangevat. Laat ons  daar een glas Limburgse wijn op heffen.

Industriële productie verplaatsen doen steeds kleinere bedrijven, maar wijnbouw is door de meerwaarde van zijn herkomst locaal verbonden. Verhuizen naar een lagelonen-land is geen optie. 

Of het om een populair boekje gaat of om een wetenschappelijke studie, de toekomst voor Limburg is duidelijk. De mijnbouw is definitief verdwenen en grootschalige industriële productie kan de concurrentie met de lagelonen-landen, zelfs met de buurlanden, niet aan. In de toekomst gaat wijnbouw steeds belangrijker worden.  

Investeren in de toekomst en niet in het verleden

Dat men de vele miljoenen reconversiegelden niet in wijnbouw gaat investeren is vanzelfsprekend. Ook het 'Nieuw Industrieel Beleid' is een voor de hand liggende keuze. Maar men gaat toch niet onze te hoge loonkosten subsidiëren in de industrie. Dan hadden ze ook de mijnen of de Luikse staalindustrie kunnen blijven sunsidiëren. Men moet investeren in sectoren met toekomst en niet in sectoren met een verleden.