Union internationale pour la protection des obtentions végétales (UPOV)
|
De Union internationale pour la protection des obtentions végétales (UPOV) (Internationaal verband tot bescherming van kweekplanten) in Geneve is een intergouvernementele organisatie. De UPOV werd in 1961 opgericht naar aanleiding van een internationaal verdrag ter bescherming van nieuwe variëteiten van planten. Doel van het verdrag is het beschermen van het intellectueel eigendom van nieuwe variëteiten om zo de ontwikkeling van nieuwe planten te bevorderen. Landen die toetreden moeten de kernelementen van het verdrag omzetten in hun nationale wetgeving.
www.upov.int
www.upov.int
Lidstaten en erkenningInmiddels hebben meer dan 70 landen het verdrag geratificeerd. België en Nederland maar ook China maakt hier deel van uit. De lidstaten erkennen en respecteren de door het UPOV toegewezen intellectuele eigendomsrechten van planten. Dit is het hoofddoel van deze organisatie, en niet enige vorm van oordeel over de erkenning als soort, ondersoort, variëteit of iets dergelijks.
Binnen de EU vervult het CPVO dezelfde functie. EU-lidstaten zijn, ongeacht of zij het UPOV-verdrag geratificeerd hebben, gehouden de intellectuele eigendomsrechten binnen de EU te respecteren.
|
DUS - Voorwaarden voor de erkenning van een gewas
De voorwaarden voor de erkenning van een nieuw gewas zijn:
- D Distinct; dat de variëteit anders is dan andere ten tijde van de aanvraag gekende variëteiten.
- U Uniform; dat de variëteit voldoende uniform is.
- S Stable; dat de variëteit voldoende stabiel is.
- D Distinct; dat de variëteit anders is dan andere ten tijde van de aanvraag gekende variëteiten.
- U Uniform; dat de variëteit voldoende uniform is.
- S Stable; dat de variëteit voldoende stabiel is.
According to Article 7 of the 1961/1972 and 1978 Acts and Article 12 of the 1991 Act of the UPOV Convention, protection can only be granted in respect of a new plant variety after examination of the variety has shown that it complies with the requirements for protection laid down in those Acts and, in particular, that the variety is distinct (D) from any other variety whose existence is a matter of common knowledge at the time of the filing of the application (hereinafter referred to as a "variety of common knowledge") and that it is sufficiently uniform (U) and stable (S), or "DUS" in short. The examination, or "DUS Test," is based mainly on growing tests, carried out by the authority competent for granting plant breeders’ rights or by separate institutions, such as public research institutes, acting on behalf of that authority or, in some cases, on the basis of growing tests carried out by the breeder [1] . The examination generates a description of the variety, using its relevant characteristics (e.g. plant height, leaf shape, time of flowering), by which it can be defined as a variety in terms of Article 1(vi) of the 1991 Act of the Convention.