Europese wetgeving inzake beschermde herkomstbenamingen
Het is belangrijk dat bij de omzetting van de Europese richtlijnen en verordeningen de beslissers volledig en correct worden geïnformeerd. Hierbij is het belangrijk dat men op mensen kan terugvallen die over deze kennis en informatie beschikken. Het risico is groot dat er mensen vanuit puur eigenbelang een onvolledige en/of onjuiste voorstelling van zaken geven om hun eigen positie te verbeteren is immers aanwezig. De fouten in de Vlaamse wetgeving zijn hiervan een voorbeeld.
Hoewel Europa hybriden voor kwaliteitswijn niet toelaat, blijven mensen proberen om hun 'landwijn' tussen 'kwaliteitswijnen' te kunnen positioneren. De grootste en belangrijkste wijnbouwers van het land zijn niet per definitie deze welke zich het sterkst engageren in organisaties en verenigingen. Het is daarom belangrijk dat een kenniscentrum voor onafhankelijke en deskundige informatie kan instaan. http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2010:117:0013:0059:NL:PDF
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2008:148:0001:0061:NL:PDF Verordening (EEG) nr. 2081/92De Verordening 2081/1992 regelde de wettelijke beschermde herkomstbenamingen door deze in Europa te harmoniseren.
Verordening (EG) nr. 1234/2007Deze verordening, "Integrale-GMO-verordening" genaamd".
houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) Verordening (EU) Nr. 401/2010houdende wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 607/2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie van bepaalde wijnbouwproducten
|
Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, waarin het volgende bepaald is:
Artikel 19, lid 2: "In hun indeling geven de lidstaten de wijnstokrassen aan die voor de bereiding van elke van de op hun grondgebied geproduceerde v.q.p.r.d. geschikt zijn. Deze rassen moeten tot de soort Vitis vinifera behoren." 3. Alleen wijnstokrassen die in de indeling zijn opgenomen mogen in de Gemeenschap worden aangeplant, heraangeplant of geënt met het oog op de wijnbereiding. Deze beperking is niet van toepassing op wijnstokken die voor onderzoek en wetenschappelijke proeven worden gebruikt. 4. Oppervlakten die zijn beplant met voor wijnbereiding bestemde wijnstokrassen welke niet in de indeling zijn opgenomen, moeten worden gerooid, tenzij de productie uitsluitend voor consumptie door het gezin van de wijnbouwer is bestemd. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om toe te zien op de naleving van deze uitzondering. 5. Wanneer rassen uit de indeling worden geschrapt, moeten de wijnstokken van de betrokken rassen binnen vijftien jaar na die schrapping worden gerooid. Bijlage VI. B. 1: "Elke lidstaat stelt een lijst op van de in artikel 19 bedoelde druivenrassen die geschikt zijn voor de bereiding van de onderscheiden, op zijn grondgebied voortgebrachte v.q.p.r.d.. Deze rassen mogen uitsluitend van de soort Vitis vinifera zijn." Toetsing door EuropaOm in de Gemeenschap beschermd te kunnen worden, moeten oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen op communautair niveau worden erkend en geregistreerd.
Om te garanderen dat de betrokken namen aan de voorwaarden van deze verordening voldoen, is het zaak dat de nationale autoriteiten van de betrokken lidstaat de aanvragen onderzoeken, voor zover aan gemeenschappelijke minimumbepalingen, waaronder een nationale bezwaarprocedure, wordt voldaan. De Commissie moet daarna deze beslissingen verifiëren om te waarborgen dat de aanvragen aan de voorwaarden van deze verordening voldoen en de lidstaten er een uniforme benadering toepassen. |