Prof. Dr. Ghislain Houben
Prof. Dr. Ghislain Houben van de Universiteit Hasselt, zelf ook wijnbouwer, zal de economische aspecten van de ontwikkeling van een wijnbouwregio belichten. Vrijwel jaarlijks studeren er studenten op een economisch thema rond het onderwerp 'wijnbouw' af. De EU en nationale wettelijke bepalingen spelen een grote rol bij het ontwikkelen van wijnbouw. Bovendien komen bij wijnbouw op professionele basis alle aspecten van de moderne bedrijfsvoering aan bod. Veel sterker nog. Het inovatieve karakter van de onderneming vraagt niet enkel vakmanschap als wijnbouwer/wijnmaker, maar minstens zo belangrijk is het zakelijk inzicht. Op macro-economisch vlak heeft de ontwikkeling van wijnbouw in een regio natuurlijk een grote potentiële invloed en zeker ook toerische troeven. Daarom belicht Professor Houden de vooruitzichten, risico's en kansen.
http://www.uhasselt.be/fiche?voornaam=ghislain&naam=houben
http://www.uhasselt.be/fiche?voornaam=ghislain&naam=houben
benevit_-_g_houben_-_ondernemerschap.pdf | |
File Size: | 416 kb |
File Type: |
Groeipijnen en kansen (29/10/2012) “De wijnbouw is een nieuwe, maar zeer veelbelovende tak van de Vlaamse land- en tuinbouw”, zegt Kris Peeters, Vlaams minister-president en minister van Landbouw. Begin 2012 lanceerde hij een aantal ondersteunende maatregelen voor de wijnbouw. Toch zijn er nog veel obstakels, vooral het klimaat, de zware investering en de veelzijdige kennis die de wijnbouwer moet ontwikkelen. “Het is moeilijk om ervan te leven”, zegt professor Ghislain Houben, wijnbouwer en docent ondernemerschap aan de Universiteit Hasselt.
De Belgische wijnbouw is in volle groei, dat bewijzen de cijfers die de FOD Economie op 22 oktober publiceerde. De productie van 2011 was goed voor 539.550 liter wijn, dat is 14,7 procent meer dan in 2010. Het aantal wijnbouwers steeg tussen 2010 en 2011 van 58 naar 79. En volgens wijnbouwer Paul Vleminckx zit er nog rek op: “Belgen zijn enorme wijndrinkers. Met de hoeveelheid die we nu produceren, kan elke Belg één glas drinken per jaar. Er is dus zeker ruimte voor meer Belgische wijn.” Ook de kwaliteit van de wijnen gaat erop vooruit. Op de Megavino-beurs van 19 tot 22 oktober stonden veel bezoekers versteld hoe lekker de Belgische wijnen zijn.
In 2009 richtten negen wijnbouwers de vzw Belgische wijnbouwers op. Voorzitter Paul Vleminckx: “We hadden nood aan een forum om kennis uit te wisselen. De vzw wil ook de krachten bundelen. In plaats van veel verschillende stemmen, spreken we nu met één stem voor de hele sector. We hebben meer dan 40 leden.”
Ronde Tafel Wijnbouw
Kris Peeters organiseerde in februari 2012 een Ronde Tafel Wijnbouw om de sector te helpen. Voor hun investeringen kunnen druiventelers bijvoorbeeld subsidies krijgen van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds. Er bestaat nu ook een netwerk ‘waarnemingen en waarschuwingen’ voor wijnbouwers. De Vlaamse regering stimuleert bovendien de kennisuitwisseling. Ze subsidieert specifieke opleidingen druiventeelt en wijnbouw en richtte een werkgroep druiventeelt op voor praktijkonderzoek. Toch zijn er nog veel obstakels. De belangrijkste moeilijkheden zijn de prijs, het klimaat, de kennis en de marketing. We zetten ze hier op een rijtje.
Kostprijs
Wijn maken is duur. “De Vlaamse grond is van goede kwaliteit en is erg gegeerd bij landbouwers, vandaar de hoge prijzen. Bij de grondprijs moet je nog eens 100.000 euro rekenen per hectare voor de wijnranken, het materiaal, de machines en de wijnkelder. Het duurt wel 20 jaar voor die investering rendeert. Wijnranken dragen de eerste vijf jaar geen druiven. Jonge ranken geven een dunne, waterige wijn. Reken dan nog eens een paar jaar om met de smaak van je wijn te experimenteren en je bent al snel tien jaar bezig voor je een goede wijn kunt maken’, zegt Ghislain Houben.
Klimaat
Ons klimaat is geschikt voor wijnbouw, maar er zijn ook veel risico’s. “De klimaatopwarming is gunstig voor wijnbouw in onze contreien, want druiven houden van zon en warmte”, zegt Ghislain Houben. “Alles schuift op richting het noorden. Druivensoorten die vroeger typisch waren voor de Bourgognestreek, gedijen nu goed in Vlaanderen. Aan de andere kant wordt het weer grilliger. Vorst in mei is een ramp voor druiven.” Dat zegt ook Paul Vleminckx: “Als het in januari relatief warm is, trekken de planten sap op. Als het daarna weer vriest, barsten de wijnranken. En dan moet je opnieuw van nul beginnen met een nieuwe plant.”
“Ook de hoge vochtigheid is een probleem, want druiven zijn gevoelig aan schimmels. Om de risico’s te beperken, kun je het best verschillende soorten wijnranken planten”, zegt professor Houben. “Wijnbouwers kunnen hun planten tegen het weer beschermen met hagelnetten, beschermende folie of met warmtekanonnen. Maar die kosten moet je recupereren door een hogere prijs te vragen voor je wijn. Er is dus weinig bedrijfszekerheid. Gemiddeld moet je op één misoogst rekenen per drie jaar. Het weer is een serieuze handicap voor de Vlaamse wijnbouw.’
Knowhow
De tijd dat wijnbouwers enkel in het buitenland terechtkonden voor opleidingen en advies, is voorbij. De werkgroep druiventeelt, die zich concentreert op de teelttechnische kennis, is een initiatief van het Departement Landbouw en Visserij, het Proefcentrum Fruitteelt en de Nationale Proeftuin voor Witloof. De werkgroep organiseert ook studieavonden voor wijnbouwers. De vzw Belgische wijnbouwers zet elk jaar een lessenreeks op over druivenkweek en wijnbouw. Op die bijeenkomsten kunnen wijnbouwers ook informeel kennis uitwisselen. Sinds een aantal jaar richten verschillende Syntra-campussen een opleiding wijnbouwer-wijnmaker in, waar je alles leert van druif tot fles. Wijnbouwers kunnen altijd advies vragen aan buitenlandse consulenten, maar die hebben natuurlijk hun prijskaartje.
Verkoop
Wijnbouwers moeten zelf zorgen voor een afzetmarkt. “In Vlaanderen is er enkel toekomst voor wijn als onderdeel van een toeristisch, gastronomisch of cultureel concept”, zegt professor Houben. “Een Belgische fles wijn kost al snel tien euro door de dure grond en het wisselvallige weer. In de supermarkt vind je al lekkere buitenlandse wijnen voor vijf euro. Daarom kun je je wijn het beste aanbieden als streekproduct.” De sector heeft gesprekken gevoerd met VLAM voor de promotie, maar er zijn nog geen concrete afspraken voor een samenwerking.
Een duizendpoot, dat moet een wijnbouwer zijn volgens Paul Vleminckx. ‘Hij moet niet alleen een goede landbouwer zijn, maar ook een goede wijnmaker én een sterke marketeer. Die combinatie van aspecten maakt het een moeilijke job.’
Soorten wijn
Van de totale Belgische productie in 2011 was 41 procent witte wijn, 37 procent mousserende wijn, 18 procent rode en 4 procent rosé wijn. Die verhouding heeft te maken met de druivensoorten die meer geschikt zijn voor onze streken. De productie speelt ook in op de huidige populariteit van schuimwijn.
De keuze voor bepaalde druivensoorten is niet gemakkelijk. De traditionele Pinot blanc, Pinot gris, Pinot noir en Chardonnay zijn gevoelig aan ziektes zoals meeldauw, valse meeldauw en botrytis. Ondertussen bestaan er ook resistente rassen, bijvoorbeeld Regent, Solaris, Cabarnet Cortis en Johanniter. Maar die wijnen zijn nog niet ingeburgerd bij de consument en verkopen dus minder goed. De keuze voor een bepaalde soort is belangrijk, want wijnranken kunnen wel 100 jaar oud worden.
Kwaliteitslabels
Net zoals de Appellation d’Origine Contrôlée zijn er ook Belgische kwaliteitslabels. De Hagelandse, Haspengouwse en Heuvellandse wijn, de wijn ‘Côtes de Sambre et Meuse’ en de Vlaamse mousserende kwaliteitswijn genieten van een beschermde oorsprongsbenaming (BOB). ‘Daarvoor moeten de wijnen geproduceerd en verwerkt worden in een bepaalde streek. Elk jaar worden die wijnen opnieuw geproefd en chemisch geanalyseerd. Pas als de resultaten bevredigend zijn, mogen de producenten het label opnieuw gebruiken’, zegt Maayke Keymeulen van het Departement Landbouw en Visserij. Wijnen die buiten deze gebieden vallen, kunnen de geografische aanduiding (BGA) ‘Vlaamse landwijn’ krijgen. Ook deze wijnen worden getest op hun kwaliteit voor ze op de markt komen.
Wetgeving
Er is geen specifieke wetgeving voor wijnbouwers. Voor de druivenkweek gelden de Europese landbouwwetten, denk aan de regels voor voedselveiligheid en voor gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Vanaf 2015 hebben wijnbouwers dus een spuitlicentie nodig voor hun wijngaarden. Net zoals producenten van andere alcoholische dranken moeten wijnmakers in orde zijn met de douane en accijnzen.
.
De Belgische wijnbouw is in volle groei, dat bewijzen de cijfers die de FOD Economie op 22 oktober publiceerde. De productie van 2011 was goed voor 539.550 liter wijn, dat is 14,7 procent meer dan in 2010. Het aantal wijnbouwers steeg tussen 2010 en 2011 van 58 naar 79. En volgens wijnbouwer Paul Vleminckx zit er nog rek op: “Belgen zijn enorme wijndrinkers. Met de hoeveelheid die we nu produceren, kan elke Belg één glas drinken per jaar. Er is dus zeker ruimte voor meer Belgische wijn.” Ook de kwaliteit van de wijnen gaat erop vooruit. Op de Megavino-beurs van 19 tot 22 oktober stonden veel bezoekers versteld hoe lekker de Belgische wijnen zijn.
In 2009 richtten negen wijnbouwers de vzw Belgische wijnbouwers op. Voorzitter Paul Vleminckx: “We hadden nood aan een forum om kennis uit te wisselen. De vzw wil ook de krachten bundelen. In plaats van veel verschillende stemmen, spreken we nu met één stem voor de hele sector. We hebben meer dan 40 leden.”
Ronde Tafel Wijnbouw
Kris Peeters organiseerde in februari 2012 een Ronde Tafel Wijnbouw om de sector te helpen. Voor hun investeringen kunnen druiventelers bijvoorbeeld subsidies krijgen van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds. Er bestaat nu ook een netwerk ‘waarnemingen en waarschuwingen’ voor wijnbouwers. De Vlaamse regering stimuleert bovendien de kennisuitwisseling. Ze subsidieert specifieke opleidingen druiventeelt en wijnbouw en richtte een werkgroep druiventeelt op voor praktijkonderzoek. Toch zijn er nog veel obstakels. De belangrijkste moeilijkheden zijn de prijs, het klimaat, de kennis en de marketing. We zetten ze hier op een rijtje.
Kostprijs
Wijn maken is duur. “De Vlaamse grond is van goede kwaliteit en is erg gegeerd bij landbouwers, vandaar de hoge prijzen. Bij de grondprijs moet je nog eens 100.000 euro rekenen per hectare voor de wijnranken, het materiaal, de machines en de wijnkelder. Het duurt wel 20 jaar voor die investering rendeert. Wijnranken dragen de eerste vijf jaar geen druiven. Jonge ranken geven een dunne, waterige wijn. Reken dan nog eens een paar jaar om met de smaak van je wijn te experimenteren en je bent al snel tien jaar bezig voor je een goede wijn kunt maken’, zegt Ghislain Houben.
Klimaat
Ons klimaat is geschikt voor wijnbouw, maar er zijn ook veel risico’s. “De klimaatopwarming is gunstig voor wijnbouw in onze contreien, want druiven houden van zon en warmte”, zegt Ghislain Houben. “Alles schuift op richting het noorden. Druivensoorten die vroeger typisch waren voor de Bourgognestreek, gedijen nu goed in Vlaanderen. Aan de andere kant wordt het weer grilliger. Vorst in mei is een ramp voor druiven.” Dat zegt ook Paul Vleminckx: “Als het in januari relatief warm is, trekken de planten sap op. Als het daarna weer vriest, barsten de wijnranken. En dan moet je opnieuw van nul beginnen met een nieuwe plant.”
“Ook de hoge vochtigheid is een probleem, want druiven zijn gevoelig aan schimmels. Om de risico’s te beperken, kun je het best verschillende soorten wijnranken planten”, zegt professor Houben. “Wijnbouwers kunnen hun planten tegen het weer beschermen met hagelnetten, beschermende folie of met warmtekanonnen. Maar die kosten moet je recupereren door een hogere prijs te vragen voor je wijn. Er is dus weinig bedrijfszekerheid. Gemiddeld moet je op één misoogst rekenen per drie jaar. Het weer is een serieuze handicap voor de Vlaamse wijnbouw.’
Knowhow
De tijd dat wijnbouwers enkel in het buitenland terechtkonden voor opleidingen en advies, is voorbij. De werkgroep druiventeelt, die zich concentreert op de teelttechnische kennis, is een initiatief van het Departement Landbouw en Visserij, het Proefcentrum Fruitteelt en de Nationale Proeftuin voor Witloof. De werkgroep organiseert ook studieavonden voor wijnbouwers. De vzw Belgische wijnbouwers zet elk jaar een lessenreeks op over druivenkweek en wijnbouw. Op die bijeenkomsten kunnen wijnbouwers ook informeel kennis uitwisselen. Sinds een aantal jaar richten verschillende Syntra-campussen een opleiding wijnbouwer-wijnmaker in, waar je alles leert van druif tot fles. Wijnbouwers kunnen altijd advies vragen aan buitenlandse consulenten, maar die hebben natuurlijk hun prijskaartje.
Verkoop
Wijnbouwers moeten zelf zorgen voor een afzetmarkt. “In Vlaanderen is er enkel toekomst voor wijn als onderdeel van een toeristisch, gastronomisch of cultureel concept”, zegt professor Houben. “Een Belgische fles wijn kost al snel tien euro door de dure grond en het wisselvallige weer. In de supermarkt vind je al lekkere buitenlandse wijnen voor vijf euro. Daarom kun je je wijn het beste aanbieden als streekproduct.” De sector heeft gesprekken gevoerd met VLAM voor de promotie, maar er zijn nog geen concrete afspraken voor een samenwerking.
Een duizendpoot, dat moet een wijnbouwer zijn volgens Paul Vleminckx. ‘Hij moet niet alleen een goede landbouwer zijn, maar ook een goede wijnmaker én een sterke marketeer. Die combinatie van aspecten maakt het een moeilijke job.’
Soorten wijn
Van de totale Belgische productie in 2011 was 41 procent witte wijn, 37 procent mousserende wijn, 18 procent rode en 4 procent rosé wijn. Die verhouding heeft te maken met de druivensoorten die meer geschikt zijn voor onze streken. De productie speelt ook in op de huidige populariteit van schuimwijn.
De keuze voor bepaalde druivensoorten is niet gemakkelijk. De traditionele Pinot blanc, Pinot gris, Pinot noir en Chardonnay zijn gevoelig aan ziektes zoals meeldauw, valse meeldauw en botrytis. Ondertussen bestaan er ook resistente rassen, bijvoorbeeld Regent, Solaris, Cabarnet Cortis en Johanniter. Maar die wijnen zijn nog niet ingeburgerd bij de consument en verkopen dus minder goed. De keuze voor een bepaalde soort is belangrijk, want wijnranken kunnen wel 100 jaar oud worden.
Kwaliteitslabels
Net zoals de Appellation d’Origine Contrôlée zijn er ook Belgische kwaliteitslabels. De Hagelandse, Haspengouwse en Heuvellandse wijn, de wijn ‘Côtes de Sambre et Meuse’ en de Vlaamse mousserende kwaliteitswijn genieten van een beschermde oorsprongsbenaming (BOB). ‘Daarvoor moeten de wijnen geproduceerd en verwerkt worden in een bepaalde streek. Elk jaar worden die wijnen opnieuw geproefd en chemisch geanalyseerd. Pas als de resultaten bevredigend zijn, mogen de producenten het label opnieuw gebruiken’, zegt Maayke Keymeulen van het Departement Landbouw en Visserij. Wijnen die buiten deze gebieden vallen, kunnen de geografische aanduiding (BGA) ‘Vlaamse landwijn’ krijgen. Ook deze wijnen worden getest op hun kwaliteit voor ze op de markt komen.
Wetgeving
Er is geen specifieke wetgeving voor wijnbouwers. Voor de druivenkweek gelden de Europese landbouwwetten, denk aan de regels voor voedselveiligheid en voor gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Vanaf 2015 hebben wijnbouwers dus een spuitlicentie nodig voor hun wijngaarden. Net zoals producenten van andere alcoholische dranken moeten wijnmakers in orde zijn met de douane en accijnzen.
.